Bacteriële oorzaken van neonatale diarree: C. perfringens
In de vorige aflevering hebben we de kennis over E. coli infecties opgefrist. In deze aflevering van “Let’s talk about” gaan we in op andere bekende bacteriële oorzaken van neonatale diarree; Clostridium perfringens type A en C infecties.
Clostridium perfringens (C. perfringens) is een gram-positieve, sporenvormende, anaerobe bacterie. Het is van belang de verschillen tussen type A en C infecties te kennen. Niet alleen wat betreft de klinische verschijnselen, de toxines die de bacteriën produceren en de interpretatie van diagnostiek, maar ook voor de keuze van het toe te passen zeugenvaccin.
Clostridium perfringens type C
C. perfringens type C komt zelden voor als normale darmbewoner, dat is een wezenlijk verschil met E. coli bacteriën en andere Clostridium bacteriën. Dit type bacterie is een belangrijke oorzaak van diarree en acute sterfte bij neonatale biggen. De toxines die geproduceerd worden zijn het α-toxine en het β-toxine.
Kraamstaldiarree door C. perfringens type C komt het meest voor bij biggen van 3 dagen leeftijd, maar kan al ontstaan 12 uur na de geboorte. De gevoeligheid voor deze bacterie neemt af naarmate biggen ouder worden. Het geproduceerde β-toxine is de belangrijkste virulentiefactor en is verantwoordelijk voor de schade aan de darmwand en de wand van bloedvaten. Hierdoor ontstaat een vaak fatale, bloederige darmontsteking met weefselverval, en bloederige, roodbruine diarree. In sommige gevallen treedt sterfte al op voordat diarree gezien wordt. In tomen van gelten komt dit vaker voor dan in tomen van oudere zeugen en de sterfte binnen een toom kan oplopen tot 100%.
Biggen worden met name geïnfecteerd via de mest van de zeug, maar kunnen ook door toomgenoten of de opname van sporen uit de omgeving besmet worden. De sporen zijn resistent tegen hitte, desinfectiemiddelen en UV-licht, waardoor ze moeilijk te verwijderen zijn uit het kraamhok.
Clostridium perfringens type A
C. perfringens type A kan aangetoond worden in mest van zowel gezonde biggen als van biggen met diarree. Er is weinig onderliggend wetenschappelijk bewijs om C. perfringens type A als oorzaak van kraamstaldiarree aan te wijzen. Onder veldomstandigheden zijn er echter veel ervaringen en gevallen bekend waarbij deze bacterie een rol speelt. Het belangrijkste toxine dat geproduceerd wordt is het α-toxine. Hoewel het β2-toxine in het verleden als mogelijke virulentiefactor werd aangemerkt, is er in de afgelopen 15 jaar geen relatie gevonden tussen het aantonen van het β2-toxine en ziekte. Het β2-toxine wordt tegenwoordig niet meer beschouwd als een ziekmakende toxine.
Bij een C. perfringens type A infectie zijn de klinische verschijnselen en aangetoonde laesies in de darmwand minder ernstig ten opzichte van bij een C. perfringens type C infectie. Het aantonen van de bacteriën en grote hoeveelheden toxines, en het uitsluiten van mogelijk andere oorzaken van diarree zijn leidend bij het stellen van de diagnose.
Vaccinatie
De verschillende toxines die door C. perfringens geproduceerd worden, zijn van belang voor het maken van het onderscheid tussen een type A en type C infectie. Het maken van dit onderscheid is niet alleen diagnostisch van belang, maar ook voor de keuze voor het toe te passen zeugenvaccin. Er zijn verschillende vaccins beschikbaar die, via de biest, bescherming bieden tegen kraamstaldiarree veroorzaakt door C. perfringens type A en C. SUISENG® Coli/C is het enige vaccin dat, naast bescherming tegen verschillende aanhechtingsfactoren en toxines van E. coli en C. perfringens type C, ook bescherming biedt tegen C. novyi, een van de oorzaken van acute zeugensterfte. Eind februari is SUISENG® Diff/A gelanceerd, het eerste en enige zeugenvaccin tegen neonatale diarree veroorzaakt door C. difficile en C. perfringens type A. Het SUISENG® portfolio biedt door deze lancering een nog bredere bescherming tegen neonatale diarree.
Ontdek ook onze andere ‘Let’s talk about’ reeksen: